Bij biomassa denken we vooral aan pellet ketels en om als minimum aandeel hernieuwbare energie gezien te worden moet zo'n biomassa ketel aan de volgende eisen voldoen:

• Toegepast als hoofdverwarming (dekt minstens 85% van de warmtevraag).
• Het rendement (berekend volgens K.B. van 12/10/2010) moet groter zijn dan 85%.
• De emissieniveaus (CO en fijn stof) mogen niet groter zijn dan de grenswaarden uit fase III van K.B. van 12/10/2010.

We spreken van stads- of blokverwarming als meerdere wooneenheden verwarmd worden met warm water dat opgewarmd wordt op een centrale plaats waar alle wooneenheden op zijn aangesloten. Enkele voorbeelden van stadverwarming:

• Chemische fabriek die restwarmte normaal gewoon wegkoelt.
• Fabriek die stratigisch geplaatst is, kort bij meerdere woningen, en heel efficiënt warm water kan opwekken.

Stadsverwarming telt enkel mee als minsten 45% van de energie gebruikt om het warm water op te wekken uit hernieuwbare bronnen komt.

Als men geen speciale maatregelen neemt zijn er nog twee opties:

• Men investeerd samen met andere mensen in een project dat hernieuwbare energie produceert. Dit project moet dan minimum 7 kWh per m² bruikbare vloeroppervlakte van alle participaties samen produceren.
• Men voldoet aan een E-peil dat 10% strenger is dan de geldende norm. Vanaf 2014 is dit E60 voor woningen en men zou dus een E-peil onder de E54 moeten halen. Zonder het voorzien van hernieuwbare energie bronnen (warmtepomp, zonneboiler, ...) is het het echter bijna onmogelijk om zo'n laag E-peil te hallen en als men dus geen hernieuwbare voorziet gaat dit in de praktijk betekenen dat men een boete gaat moeten betalen die hoog kan oplopen.