De zin en de onzin van Ecodesign, ErP, EPREL: hoe zit dat nu precies?

Vanuit de Europese Unie (EU) worden veel richtlijnen uitgebracht en bijgestuurd om energie-efficiëntie en grondstofgebruik bij productie te verbeteren. Hiermee worden de minst performante systemen uit de markt geweerd, en wordt industriële competitie en innovatie gemotiveerd. Er wordt ook gesproken over ErP en de EPREL-databank. Wat zijn nu juist de verschillen, waaraan mogen we ons nog verwachten en hoe ga je ermee om?

Ecodesign en ErP: hetzelfde of toch niet?

De Europese ecodesign-richtlijnen zorgen vandaag voor een regelgeving over heel de EU. Ze zorgen dat bepaalde producten en toestellen (Energy related Products of energiegerelateerde producten of ErP) moeten voldoen aan minimum vereisten. In de ontwerpfase van het product worden verplicht negatieve milieu-aspecten vermeden of beperkt (energieverbruik, uitstoot, e.a.). Er worden ook minimale eisen opgelegd aan de energie-efficiëntie van producten die op de markt worden gezet. Bovendien wordt hiermee beoogd om handelsbarrières te voorkomen, de kwaliteit van producten te verbeteren en het milieu beter te beschermen. Zo wordt er per productgroep steeds een minimale energie-efficiëntie vereist vooraleer een product op de Europese markt mag verkocht worden.

Om dit mogelijk te maken is de energielabel-regelgeving uitgevaardigd. Deze regelgeving zorgt ervoor dat elk product op de markt een verplicht label heeft dat vergeleken kan worden met een concurrerend product uit dezelfde groep (vb. koelkast merk X met koelkast merk Y vergelijken). De energielabels maken het ook mogelijk om bepaalde producten uit de markt te faseren (denk maar aan de gloeilamp die vandaag niet meer beschikbaar is, en de TL-buizen die vanaf 2021 zullen uitgefaseerd worden).

De energielabels maken het dus mogelijk om de ecodesign-richtlijn toe te passen. Er wordt vooral gemikt op het gedrag van de consument door A tot A+++ te promoten. De verantwoordelijkheid wordt bij de constructeurs van de producten gelegd.

Voorbeeld

Een energielabel bevat standaard informatie over de energie efficiëntie en geluidsproductie van het product, per groep worden andere relevante gegevens vermeld: enkele voorbeelden:

Voorbeeld

Afbeelding: toont het voorbeeld van een verwarmingstoestel met productie van warm water.

Voorbeeld

Afbeelding: toont het voorbeeld van een ventilatie-unit met toe- en afvoer van lucht.

Voorbeeld

Afbeelding: toont het voorbeeld van een warmtepomp voor koeling en verwarming (steeds een andere efficiëntie in verschillende klimaatzone).

Er worden uiteraard altijd meer eigenschappen getest en gevraagd, maar deze worden steeds in een afzonderlijke fiche (productinformatiefiche) vermeld als bijlage. Enerzijds om de eenvoud van het energielabel te bewaren en anderzijds om toch bijkomende (test) informatie te kunnen voorzien. Alle waarden worden eenduidig vermeld op identieke wijze, ongeacht fabrikant/leverancier/constructeur.

Het ecolabel

Voorbeeld

Een derde instrument in de strijd om energie-efficiëntere producten op de markt te halen, is het Ecolabel. Dit is een vrijwillig label dat een (huishoudelijk) product kan behalen op voorwaarde dat een lage milieu-impact kan aangetoond worden. Het ecolabel is niet te verwarren met het energielabel, welk verplicht is voor de meeste toestellen op de markt die energie gebruiken.

Afvalberg of de weg naar innovatie?

De uitfasering van bepaalde producten is voor de fabrikanten enerzijds een stimulans tot innovatie. Maar betekent het dat we alles moeten vervangen en weggooien? Zeker niet, bijvoorbeeld voor stookolie- en gasketels is de Ecodesign-verordening sinds 26 september 2015 van toepassing. Maar deze verordening is enkel van toepassing op nieuw geproduceerde toestellen na 26 september 2015 geproduceerd en verkocht. Alle toestellen die voldoen aan de wettelijke eisen inzake rendement en emissie mogen in gebruik blijven, maar ze worden niet langer nieuw geproduceerd en verkocht.
navigator.emis.vito.be

EPREL

Eind 2020 wordt normaal de EPREL database publiek gesteld. Deze omvat een Europese database waarin alle technische ecodesign gegevens worden verzameld. Van alle producten die vandaag op de Europese markt worden gezet, is het reeds verplicht om de ecodesign gegevens aan te leveren in de EPREL databank. Er geldt een verplichte registratie voor volgende toestellen:

  • kook
  • afwasmachine
  • koelkasten en diepvriezers (huishoudelijk én professioneel
  • vaste brandstof boilers
  • tv-toestellen
  • wasmachines
  • verwarmingstoestellen (ruimteverwarming en warm water)
  • lampen
  • plaatselijke verwarmingstoestellen tot 50 kW
  • ventilatietoestellen (residentieel)

EPB en ecodesign vandaag

Op heden moeten de ecodesign productgegevens van verwarming en sanitair warm water worden ingevoerd in de EPB-berekeningen door de EPB-verslaggever. Dit maakt dat de productinformatiefiches (meestal de bijlage bij de energielabels) van groot belang zijn om de energieprestatie (en E-peil) te berekenen. Dit is niet te verwarren met een pakketlabel, waarbij een label wordt afgeleverd van een samenstelling van verschillende producten (bv. warmtepomp + opslagvat/tank + koelmodule). Enkel productlabels worden momenteel aanvaard voor de invoer in EPB.

In het E-peil van een woning met een condenserende gasketel kan het gekende rendement voor verwarming (vb. n1 = 93%) uit de ecodesign-productfiche een verschil betekenen tot 25 punten in het E-peil tegenover de forfaitaire waarde voor een ketel (waarde bij ontstentenis = 75%). Dit maakt de energielabels en de bijhorende fiches onmisbaar voor het EPB-verhaal. In de toekomst kan ook ventilatie (op heden nog niet) volgens energielabels in de berekeningen ingevoerd worden. Op die manier is het voor de markt eenduidig welke informatie aangeleverd moet worden voor EPB, technische fiches, e.a.

Er is zeker geen verplichting om een bepaald product te plaatsen, maar de labels geven een stimulans tot de keuze voor energiezuinigere producten. Vanzelfsprekend zal een product met A+ label meestal een lager E-peil bekomen dan een label B.

Ook woningen krijgen via het EPC een “energielabel” van A+ tot F, en uiteraard hebben de productlabels van verwarming en productie warm water (en mogelijk later ook ventilatie) hier een invloed op.

Voorbeeld

www.energiesparen.be

Productlabel versus pakketlabel

Voorbeeld

Een energie-product-label is verplicht beschikbaar te stellen bij verkoop van één product. Maar vaak worden producten op de markt gecombineerd. Het is dan mogelijk om een pakketlabel samen te stellen. Vele labels en combinaties zijn vandaag samen te stellen in pakketlabels en online beschikbaar.

Toekomstmuziek

Niet alleen energieverbruik speelt een rol in de impact van producten op het Europese leefmilieu, maar ook samenstelling, demonteerbaarheid, herstelbaarheid, recycleerbaarheid, enz. spelen een rol in een circulaire economie. Het toekomstige doel is om materialen en producten zo hoogwaardig mogelijk te blijven inzetten in de markt. Als streefdoel wordt gesteld dat producten zo lang mogelijk bruikbaar, herbruikbaar, herstelbaar en recyclebaar moeten zijn.
vlaanderen-circulair.be/nl/kennis/wat-is-het

De ecodesign-richtlijn en het energielabel zullen hierbij een rol spelen. In de toekomst zal er meer informatie over deze nieuwe aspecten opgenomen worden en kan zo een innovatie richting circulair gebruik van producten en toestellen gestimuleerd worden.
www.europarl.europa.eu



Comments

Nog geen comment.

Maak een comment