Lage temperatuur verwarming verplicht vanaf 2023 in nieuwbouw

Verwarmingssystemen die op lage temperatuur werken hebben een beter rendement. Gasketels zullen beter kunnen condenseren en warmtepompen hebben een hogere COP (coëfficiënt of performance). Op termijn zullen alle gebouwen verwarmd moeten worden met lage watertemperaturen en de overheid gaat dit vanaf 2023 al verplichten voor nieuwbouw.

Wat is lage temperatuur?

We spreken van lage temperatuur als de vertrektemperatuur van het water naar de afgifte elementen tussen de 35°C en 45°C ligt. Voor vloerverwarming ga je eerder rond de 35°C zitten en voor radiatoren zal dit iets hoger zijn en kan dit tot 45°C gaan. Hoe lager deze temperatuur, hoe beter voor het rendement van het verwarmingssysteem.

Voor wie geldt de verplichting?

Het verwarmen op lage temperatuur wordt verplicht voor nieuwbouwwoningen gebouwd in Vlaanderen waarvoor de bouwvergunning is aangevraagd na 01/01/2023. Voor nieuwe woningen die gebouwd worden in 2023, maar waarvoor de bouwvergunning werd aangevraagd voor 01/01/2023 geld dit dus niet. Ook voor kleinere verbouwingen, totaal renovaties of woningen gebouwd in Brussel of Wallonië geldt deze verplichting niet.

Wat is er juist verplicht?

Er moet een warmteverliesberekening volgens de NBN EN 12831-1 (2017) gemaakt worden. Hiermee wordt berekend wat het nodig vermogen is per ruimte. Er wordt bijvoorbeeld berekend dat er voor de leefruimte 3500 W nodig is om deze te kunnen opwarmen naar 21°C als het buiten -7°C is. Dan moet er bewezen worden dat met het gekozen afgifte systeem (vloerverwarming, radiatoren of convectoren) er bij lage temperatuur (< 45°C) voldoende vermogen wordt afgegeven om deze 3500 W te leveren.

Er zijn enkele ruimtes waar een uitzondering voor gemaakt wordt en die dus niet moeten voldoen:

  • ruimtes niet bestemd voor menselijke bezetting
  • ruimtes met een warmtevraag kleiner dan 10 W/m²
  • ruimtes met een warmtevraag kleiner dan 100 W
  • ruimtes waar een combinatie van plaatselijke en centrale verwarming werd voorzien, op voorwaarde dat de plaatselijke verwarming werd ingerekend voor het E-peil

Verder moet er ook voor gezorgd worden dat de som van de vermogens afgegeven door alle afgifte-elementen groter of gelijk is aan de som van de nodige vermogens voor alle ruimtes berekend in de warmteverliesberekening.

Hoe moet dit gestaafd worden?

Er moet een dimensioneringsnota of EPB-stavingsstuk gemaakt worden dat de volgende elementen bevat:

  • De warmteverliesberekening volgens NBN EN 12831-1 (2017) die aangeeft welk vermogen er per ruimte nodig is.
  • Een lijst van de gekozen afgifte-elementen per ruimte met voor elk element het werkelijke vermogen dat ze gaan afgeven. Op de technische fiche van een radiator staat bijvoorbeeld altijd het vermogen dat deze afgeeft bij 75/65/20 en hiermee wordt bedoeld het vermogen afgegeven bij 75°C aanvoertemperatuur, 65°C retourtemperatuur en 20°C ruimte temperatuur. Als dit bijvoorbeeld 1235 W is en de radiator staat in een leefruimte die opgewarmd wordt naar 18°C en de vertrektemperatuur is 55°C i.p.v. 75°C, dan zal deze radiator maar 686 W afgeven.

Hoe gebeurt dit in Heat-Box?

Je kan de berekening volgens de NBN EN 12831-1 (2017) norm zelf maken in Heat-Box. Probeer het hier gratis: Heat-Box demo

Meer info over hoe de berekening moet uitgevoerd worden vind je in onderstaande instructievideo:

Extra informatie

Extra informatie vind je in onderstaande artikels geschreven door VEKA (Vlaams Energie en Klimaat Agentschap):

https://www.vlaanderen.be/epb-pedia/technieken/verwarming-koeling-en-sanitair-warm-water/systeem/afgifte-huidig/dimensioneringsnota-huidig

https://www.vlaanderen.be/nieuwe-verwarmingsinstallatie-kiezen/naar-woningverwarming-met-warmtepomp-of-warmtenet/stap-2-verwarming-op-lage-temperatuur

https://www.vlaanderen.be/epb-pedia/epb-plichtig-toepassing-en-eisen/epb-eisentabellen-per-aanvraagjaar/epb-eisen-bij-bouwaanvraag-melding-in-2023-en-2024



Comments

Nog geen comment.

Maak een comment