Er wordt veel gesproken en geschreven over het E-peil, maar hoe wordt een E-peil eigenlijk berekend? Er zijn maar weinig mensen in Vlaanderen die een E-peil met de hand kunnen berekenen en daarom leek het ons nuttig om hier wat dieper op in te gaan.
Een EPB berekening wordt opgesteld door een EPB-verslaggever en deze gebruikt hiervoor een software pakket dat beschikbaar wordt gesteld door het Vlaams Energie Agentschap (VEA). De EPB regelgeving is oorspronkelijk ontstaan vanuit Europese richtlijnen die stelden dat tegen 2006 in alle lidstaten energie berekeningen moesten gemaakt worden voor alle nieuwbouw projecten. In België zijn Vlaanderen, Wallonië en Brussel hier apart voor verantwoordelijk.
De Vlaamse overheid heeft hard haar best gedaan om aan de Europese richtlijn te voldoen en in 2006 werd de EPB wetgeving, met de daarbij horende EPB software, ingevoerd. In Wallonië liep alles wat vertraging op en is men pas gestart in 2008 met de PEB (Waalse tegenhanger van EPB) wetgeving. De Waalse PEB software werd dus 2 jaar na de EPB software ontwikkeld en zat dus iets moderner in elkaar. In 2014 bleek dat de EPB software verouderd was en dat het geen zin meer had deze verder te ontwikkelen. Vlaanderen is toen beginnen samenwerken met Wallonië en maakt gebruik van hetzelfde softwarepakket. Op dit moment (= 2015) ziet de Vlaamse EPB software er dus hetzelfde uit als de Waalse PEB software, maar de formules die achter de berekening zitten zijn anders in Vlaanderen als in Wallonië. In Wallonië wordt bijvoorbeeld geen E-peil berekend.
Nog één pittig detail: toen Vlaanderen is overgestapt naar de Waalse software heeft Vlaanderen de helft van de ontwikkelingskost van de Waalse software moeten betalen. Vlaanderen heeft hier dus dubbel betaald en Wallonië had een mooie deal te pakken.
In wat volgt gaan we dieper in op de E-peil berekening voor woningen. Voor kantoren en schoolgebouwen wordt ook een E-peil berekend, maar deze berekening zit iets anders in elkaar. Op de verschillen komen we later nog even terug. Het is belangrijk om te begrijpen dat er in de E-peil berekening gekeken wordt naar het energieverbruik van het gebouw onafhankelijk van de gebruikers. De leefgewoontes van de gebruikers hebben dus geen impact op het E-peil en op deze manier is het mogelijk om gebouwen met elkaar te vergelijken. In de E-peil berekening zit bijvoorbeeld niet het elektriciteitsverbruik voor koken, TV kijken, strijken, ... Wat er wel inzit is het energie verbruik van pompen en ventilatoren, het verwarmingsverbruik om het gebouw in de winter op temperatuur te houden, verbruik van sanitair warm water, ...
Het E-peil zelf wordt als volgt berekend:
E = 100 x (Eprimair/Eprimair,ref)
Eprimair,ref is hier het energieverbruik, in mega joule (MJ), van een referentie woning met hetzelfde verliesoppervlak (= som van de oppervlaktes van de ramen, buitenmuren, daken en vloeren boven volle grond of onverwarmde kelder) en volume als de woning waarvoor het E-peil berekend wordt. Eprimair is het energieverbruik, ook in MJ, van de woning zelf. Eprimair wordt op jaar basis bepaald en bestaat uit de som van:
In de berekening van het E-peil wordt er rekening gehouden met het verbruik van "primaire energie". Indien men aardgas verbrandt is de primaire energie factor gelijk aan 1. Als we een hoeveelheid warmte van 100MJ uit de verbranding van aardgas halen wordt er in de EPB berekening rekening gehouden met 1 x 100MJ = 100MJ energie verbruik.
Bij het verbruik van elektriciteit ligt dit anders vermits de elektriciteit die uit het stopcontact komt geen primaire energie is. De elektriciteit is in een elektriciteitscentrale opgewekt en dan getransporteerd naar de woning en op dit hele proces zit een groot verlies. Voor elektriciteit geldt een primaire energie factor van 2.5 en als we dus verwarmen met elektriciteit en 100 MJ energie uit de elektrische verwarming halen wordt er in de E-peil berekening rekening gehouden met 2.5 x 100 = 250 MJ. Verbruik van elektriciteit wordt dus sterk afgestraft in een E-peil berekening en verwarmen op elektriciteit is daarom een slecht idee als men een goed E-peil wilt halen.
Het omgekeerde geldt ook en als men zelf elektriciteit zal opwekken wordt men hier ook voor beloond. Voor het opwekken van 100MJ elektriciteit uit fotovoltaïsche panelen wordt er in de E-peil berekening rekening gehouden met 250MJ en als men 100MJ energie opwekt uit thermische zonnepanelen (=hiermee wordt aardgas uitgespaard) wordt er slechts rekening gehouden met 100MJ opgewekte energie. Daarom hebben fotovoltaïsche panelen een positievere impact op het E-peil dan thermische zonnepanelen.
Voor kantoren en scholen zit de berekening iets anders in elkaar. Er wordt geen rekening gehouden met het energieverbruik voor sanitair warm water, maar wel met het verbruik voor verlichting. Het ingeven van de verlichting in een E-peil berekening is een complexe aangelegenheid. De technische specificaties van de verlichtingsarmaturen zijn moeilijk te verkrijgen en de impact van het verbruik voor verlichting is zeer groot.
De Europese Unie stelt dat tegen 2021 alle nieuwe gebouwen in de EU "bijna energie neutraal" moeten zijn. Wat deze "bijna" inhoud mag elke lidstaat/deelstaat zelf invullen en Vlaanderen heeft beslist dat dit voor ons E30 (=BEN of bijne energie neutraal) inhoud. Elke twee jaar zal de E-peil eis met 10 punten verlaagd worden en deze evolutie ziet er als volgt uit.
E30 is een zeer strenge eis vermist het E-peil een exponentieel dalende curve is. 2021 komt er ook snel aan, dus de bouwsector zal nog veel moeten veranderen de komende jaren. Sinds het invoeren van de EPB regelgeving in 2006 is er al enorm veel veranderd en deze evolutie zal dus blijven doorgaan tot 2021. Driedubbel glas wordt de norm en alle woningen zullen voorzien zijn van fotovoltaïsche panelen. Warmtepompen gaan ook in de meeste nieuwe woning toegepast worden en de luchtdichtheid van de woning wordt een belangrijke factor. Wat ontwerpen betreft zullen architecten moeten leren om gebouwen te ontwerpen met een lager percentage glasoppervlak. Glas isoleert immers 2 tot 5 keer slechter dan een gemiddelde muur en raamprofielen isoleren nog eens 2 keer slechter dan glas. Hoe minder ramen hoe beter dus voor de E-peil berekening. Dit wordt echter een moeilijke evenwichtsoefening omdat architecten graag gebouwen ontwerpen met veel glas. De E-peil berekening beperkt de ontwerp vrijheid en men zal hier naar creatieve oplossingen moeten zoeken.
Brunog 12:02, 06-09-2017
Het is ons doel om bijna energieneutraal te wonen. Is deze informatie accuraat: http://blog.eneco.be/besparen/ben-woning/ ? Bruno
Maak een comment