Energielabel voor ventilatiesystemen

Vanaf 1 januari 2016 zijn er vanuit de Europese Unie (EU) eisen gesteld aan het maximale energieverbruik van ventilatieproducten. Tevens zijn er eisen gesteld aan bijvoorbeeld de functionaliteit van de ventilatieproducten en zijn er richtlijnen geformuleerd voor een uniforme informatieverstrekking aan de consument.

Energieklasse

Ventilatieproducten voor toepassing in woonhuizen moeten net als bijvoorbeeld wasmachines en auto’s van een nergielabel worden voorzien. De labelklasse is onder andere afhankelijk van de toepassing van warmteterugwinning, het elektriciteitsverbruik van de ventilator(en) en het type regeling.

Wat betreft de regelingen wordt onderscheid gemaakt tussen: manual, clock, sensor (=Central demand control) & sensors (=Local demand control).


Manual“ betekent: betreffende toestel voorzien van een standaard handbediende regeling 3- of 4 standen schakelaar


Clock” betekent: betreffende toestel voorzien van afstandsbediening met weekprogramma (zoals de digitale klokgestuurde regeling)


Sensor” betekent: betreffende toestel voorzien van ten minste 1 sensor (RH- (vocht) of CO2 sensor) (=centrale regeling)


Sensors” betekent: betreffende toestel voorzien van ten minste 2 sensoren (RH- (vocht) of CO2 sensors, of een combinatie van deze sensoren). Deze sensoren regelen de luchthoeveelheden in verschillende zones of ruimtes (tenminste 2 ruimtes of zones) (=een lokale regeling met 2 of meer sensoren in combinatie met zonering van de lucht.)

Hoe werkt zo een 2 zone regeling?

Het doel van 2 zone regeling is het bestaande luchtdebiet te verplaatsen naar die zone waar de luchtkwaliteit verbeterd kan worden. Is dit niet voldoende, zal het luchtdebiet verhoogd worden om meer te ventileren.

Onafhankelijk van het type vraagsturing zal er in beide gevallen gebruik worden gemaakt van slechts één zoneklep. Deze zoneklep is gemonteerd in het toevoerkanaal en zal de lucht in twee zones (woonzone en slaapzone) verdelen. Na de zoneklep wordt de lucht naar de slaapzone, woonzone of naar beide zones gestuurd. Overdag wordt de lucht naar de woonzone geleid en is de slaapzone gesloten, ’s avonds wordt de lucht naar de slaapzone geleid en is de woonzone afgesloten.

De klepsturing verloopt automatisch op basis van twee CO2-sensoren. Het CO2 percentage zal bepalen hoeveel er door de WTW geventileerd moet worden. Beide CO2-sensoren kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingesteld. Op dit systeem kunnen maximaal 8 stuks CO2-sensoren worden aangesloten met minimaal 1 CO2-sensor per zone.

Voor de duidelijkheid zijn in het hieronder weergegeven overzicht alléén de op de zoneklep aangesloten lucht toevoerleidingen afgebeeld.

  • A = WTW-toestel
  • B = Zoneklep
  • C = Bedienmodule
  • D = CO2-sensoren

Hoe bepalen?

Vooraf is niet altijd duidelijk met welk type regeling het ventilatietoestel wordt uitgevoerd. Dat betekent dat bij het toestel meerdere labels kunnen worden geleverd.

Het Ecodesign label

Op het label vindt u naast de energieklasse en het producttype ook informatie over de maximale luchthoeveelheid van het ventilatietoestel, het geluidsniveau en het type regeling.

Maar wat voor consequenties heeft dit eigenlijk allemaal?

Niet alleen voor de fabrikant van ventilatieproducten heeft Ecodesign consequenties maar ook voor importeurs, groothandels en zelfs installateurs. In de communicatiemiddelen zijn hiervoor nogal wat veranderingen nodig. Zo moet bij alle uitingen waarin prijzen en/of technische specificaties zijn opgenomen, bijvoorbeeld een catalogus, brochure, webshop of een opstelling in de showroom, de energieklasse worden vermeld.


In samenwerking met: Ubbink



Comments

Nog geen comment.

Maak een comment